Waar laat ik mijn handen…

18 oktober 2012 | Nobbe Mieras

Ik geloof dat dit de meest gestelde vraag tijdens een presentatietraining is: Waar laat ik mijn handen. Zonder de vraag te willen bagatelliseren, je zou net zo goed kunnen vragen: “Waar laat ik mijn hoofd tijdens de presentatie”.

Je handen zijn waar je handen zijn.

Vraag je op dit moment eens af waar je handen zich bevinden. Vraag je ook eens af hoe ze daar gekomen zijn. En waar je ze straks gaat laten. Waarschijnlijk is het lastig om een zinnig antwoord te geven op deze vragen. Dat is ook niet verwonderlijk: de positie van je handen is namelijk een non-issue. Handen voegen zich in het grotere geheel. Als je het koud hebt steek je ze in je jaszak, als je ongeduldig bent trommelen ze op de tafel, als je praat bewegen ze automatisch mee om expressie te geven (zie ook het artikel ‘woord en gebaar horen bij elkaar’).

Verhoogd zelfbewustzijn

De vraag naar de handen komt opzetten op het moment dat je last krijgt van een verhoogd zelfbewustzijn. Tijdens het presenteren richt je je aandacht niet meer daar waar hij hoort, namelijk bij je publiek, maar op jezelf. Je kijkt als het ware van een afstandje naar jezelf en registreert hoe dat eruit ziet. Hierdoor ga je ook aandacht geven aan je handen. Wat zal ik daar ’s mee doen. Op het moment dat je aandacht gaat schenken aan een automatisch proces, verstoor je datzelfde proces. Probeer maar eens bewust adem te halen, moet je kijken hoe snel je het benauwd krijgt.

Authentieke expressie

Nog een reden om geen aandacht aan je handen te schenken is dat je authentieke expressie het prettigst oogt. Als je van nature een druk gebarend persoon bent die zich tijdens een presentatie stil houdt, levert dat onherroepelijk spanning op. Die spanning zal je presentatie vervolgens in de weg zitten. Het publiek ziet het en omdat het publiek zich met je identificeert zal er een gevoel van spanning in de zaal hangen.

Nou leuk allemaal, maar wat doe je nou met je handen? Omdat het lastig is om ergens bewust niet aan te denken is er maar 1 oplossing. Ergens anders wel aan denken. Bijvoorbeeld, altijd goed: aan je publiek.

Meer over presenteren vind je hier in ons aanbod presentatietrainingen